Art. 5. En vue de récolter les données nécessaires à la surveillance de l'état
de conservation des espèces animales et végétales sauvages et des habitats naturels, les agents du Centre ainsi que les coll
aborateurs mandatés peuvent déroger aux interdictions de capturer, mettre à mort, détenir et transporter des individus appartenant à une des espèces
animales visées au chapitre II de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature et aux interdictions de cueillir, ramasser, couper,
...[+++]déraciner, détenir ou transporter des spécimens ou parties de spécimens appartenant à une des espèces végétales visées au chapitre II de ladite loi et ce, pour autant qu'il n'existe pas d'autre solution satisfaisante et que cela ne nuise pas au maintien dans un état de conservation favorable des populations des espèces concernées dans leur aire de répartition naturelle.Art. 5. Met het oog op de verzameling van de gegevens die noodzakelijk zijn voor het toezicht over de staat van instandhouding van de wilde dier- en plantensoorten en de natuurlijke habitats, mogen de personeelsleden van het Centrum alsook de gemachtigde medewerkers afwijken van de verboden om individuen die behoren tot een van de diersoorten bedoeld in hoofdstuk II van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, te vangen, ter dood te brengen, in bezit te hebben et te vervoeren, alsook van de verboden om specimens of gedeelten daarvan die behoren tot een van de plantensoorten bedoeld in hoofdstuk II van genoemde wet te plukken, af te snijden, te ontwortelen, in bezit te hebben of te vervoeren, en dit, voor zover geen andere bevredigende
...[+++]oplossing bestaat en geen afbreuk wordt gedaan aan het behoud in een gunstige staat van instandhouding van de betrokken populaties in hun natuurlijke verspreidingsgebied.