Sauf s'il existe des motifs de report ou si elle dispose déjà des objets, documents ou données recherchés, l'autorité d'exécution exécutera, en général, le mandat européen d'obtention de preuves sans tarder et, au plus tard dans les soixante jours après avoir reçu le mandat européen d'obtention de preuves.
Tenzij er redenen tot uitstel zijn of tenzij de tenuitvoerleggende autoriteit de verzochte voorwerpen, documenten of gegevens reeds in haar bezit heeft, zal de tenuitvoerleggende autoriteit de EEB in het algemeen onverwijld en uiterlijk 60 dagen na ontvangst ervan ten uitvoer leggen.