10) animaux suspects d'infection: les animaux vivants, abattus ou morts, présentant ou ayant présenté des troubles neurologiques et comportementaux ou une détérioration progressive de l'état général liée à une atteinte du système nerveux central, et pour lesquels les informations recueillies sur la base d'un examen clinique, de la réponse au traitement, d'un examen post mortem ou d'une analyse de laboratoire ante ou post mortem ne permettent pas d'établir un autre diagnostic.
dieren die ervan verdacht worden geïnfecteerd te zijn: levende, geslachte of dode dieren die neurologische aandoeningen en gedragsstoornissen of een toenemende verslechtering van de algemene toestand in verband met een aandoening van het centrale zenuwstelsel vertonen of hebben vertoond, en waarbij de op basis van een klinisch onderzoek, de reactie op behandeling, een post-mortem-onderzoek of na een ante- of post-mortem-laboratoriumanalyse verzamelde gegevens geen andere diagnose toelaten;