Art. 2. § 1 . Les
ouvriers licenciés, excepté pour motif grave, qui ont atteint l'âge de 56 ans au moment de la cessation de leur co
ntrat de travail et dans la période du 1 janvier 2014 au 31 décembre 2014 inclus, reçoivent une indemnité complémentaire comme visé à l'article 4, à charge du " Fonds de sécurité d'existence de la préparation du lin"
pour autant qu'ils puissent à ce moment justifier d'un passé professionnel en tant q
...[+++]ue salarié d'au moins 20 années et aient travaillé dans un régime de travail tel que visé à l'article 1 de la convention collective de travail n° 46 conclue le 23 mars 1990 et ayant reçu la force obligatoire par arrêté royal du 10 mai 1990, et puissent justifier d'un passé professionnel comme salarié de 33 ans.Art. 2. § 1. De ontslagen werklieden, behalve om dringende reden, die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeid
sovereenkomst en tijdens de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 56 jaar of ouder zijn ontvangen een aanvullende vergoeding, zoals bedoeld in artikel 4, ten laste van het " Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding" , voor zover zij op dat ogenblik minimaal 20 jaar gewerkt hebben in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990, en 33 jaar beroepsverled
...[+++]en als loontrekkende kunnen rechtvaardigen.