Art. 4. Dans l'exercice de leurs compétences, les services publics participants respectent la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel dans ses exigences et ses arrêtés d'exécution, parmi lesquels le principe de nécessité, de finalité, de légitimité, de proportionnalité, de licéité ainsi que le principe de transparence.
Art. 4. In het uitoefenen van hun bevoegdheden dienen de deelnemende openbare diensten de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens inzake haar eisen en uitvoeringsbesluiten aangaande de verwerking van persoonsgegevens, waartussen onder andere de beginselen van noodzakelijkheid, finaliteit, legaliteit, proportionaliteit, geoorloofdheid alsook transparantie.