L'article 15 de la loi sur les étrangers prévoit que l'autorisation d'établissement doit être accordée: - à l'étranger qui remplit les conditions légales pour acqu
érir la nationalité belge par déclaration de nationalité ou par option, ou pour la recouvrer, sans qu'il soit toutefois requis qu'il ait eu sa résidence principale en Belgique durant les douze mois qui précèdent la demande d'admission au séjour et sans qu'il doive faire, selon le cas, une déclaration de nationalité, d'option ou de recouvrement de la natio
nalité belge; - la femme qui, par son mariag ...[+++]e ou à la suite de l'acquisition par son mari d'une nationalité étrangère, a perdu la nationalité belge; - au conjoint étranger d'un étranger autorisé à s'établir dans le Royaume, qui vit avec ce dernier, ainsi qu'à leurs enfants qui vivent avec eux et qui, soit n'ont pas atteint l'âge de dix-huit ans, soit sont à leur charge; (Lorsque le conjoint ou l'enfant d'un étranger autorisé à s'établir dans le Royaume a été lui-même autorisé à s'y établir par application du premier alinéa, 2° après l'entrée en vigueur de la présente disposition, le droit à l'autorisation d'établissement ne peut plus être invoqué pour vivre avec ce même étranger qu'au cours de la même année civile et de l'année civile suivante.Artikel 15 van de vreemdelingenwet bepaalt dat aan sommige personen de machtiging tot vestiging moet worden verleend: - aan de vreemdeling die voldoet aan de wettelijke voorwaarden om de Belgische nationaliteit door een nationaliteitsverklaring of nationaliteitskeuze te verkrijgen, of om ze te herkrijgen, zonder dat evenwel vereist is dat hij gedurende de twaalf maanden voorafgaand aan de aanvraag om tot verblijf te worden toegelaten, zijn hoofdverblijf in België moet hebben, noch dat hij naar gelang van het geval een nationaliteitsverklaring, een verklaring van nationaliteitskeuze of een verklaring met het oog op het herkrijgen van de Belgische nat
ionaliteit hoeft te doen; - aan d ...[+++]e vrouw die de Belgische nationaliteit verloren heeft door haar huwelijk of ingevolge het verwerven van een vreemde nationaliteit door haar echtgenoot; - aan de vreemdeling die de echtgenoot is van een tot vestiging in het Rijk gemachtigde vreemdeling en die met deze samenleeft, alsmede hun kinderen, die met hen samenleven en die, ofwel de leeftijd van achttien jaar niet hebben bereikt, ofwel te hunnen laste zijn; (Wanneer de echtgenoot of het kind van een tot vestiging in het Rijk gemachtigde vreemdeling zelf tot vestiging in het Rijk gemachtigd is op grond van het eerste lid, 2° na de inwerkingtreding van deze bepaling, kan het recht tot machtiging om zich te vestigen nog slechts worden ingeroepen om met deze vreemdeling samen te leven tijdens hetzelfde kalenderjaar en tijdens het daaropvolgende kalenderjaar.