51. invite les États-Unis à honorer leurs obligations en vertu du droit international et à veiller au respect des droits de l'homme de toutes les personnes dont ils ont la garde, indépendamment de la nature des crimes dont elles sont soupçonnées, et insiste sur le fait que tout détenu soupçonné d'un délit, qu'il soit ou non prisonnier de guerre, doit être inculpé pour infraction pénale et jugé équitablement, ou bien élargi;
51. verzoekt de Verenigde Staten hun verplichtingen krachtens het internationale recht na te komen en toe te zien op de naleving van de mensenrechten van alle personen die zij in hechtenis houden, ongeacht de aard van de misdrijven waarvan deze worden verdacht, en dringt erop aan dat elke gedetineerde die verdacht wordt van een misdrijf, of hij nu krijgsgevangene is of niet, officieel in staat van beschuldiging wordt gesteld en een eerlijk proces krijgt, of wordt vrijgelaten;