22. estime que les instruments actuels de coopération entre les organes de surveillance, par exemple le réseau européen des organes nationaux de contrôle des services de renseignement (ENNIR), devraient être soutenus et plus largement utilisés, par exemple en tirant profit du potentiel d'IPEX pour l'échange d'informations entre les parlements nationaux, dans le respect de son champ d'application et de sa capacité technique;
22. meent dat de bestaande instrumenten voor samenwerking tussen toezichthoudende organen, bijvoorbeeld het Europees netwerk van nationale inlichtingenbeoordelaars (ENNIR), ondersteund moeten worden en nog meer moeten worden aangewend, waarbij eventueel gebruik kan worden gemaakt van het potentieel van IPEX voor de uitwisseling van informatie tussen nationale parlementen, met inachtneming van de werkingssfeer en de technische capaciteit van dit systeem;