5) Si, au cours de l'audition d'une personne qui n'était initialement pas auditionnée comme un suspect, il s'avère que certains éléments laissent présumer que des faits peuvent lui être imputés, cette personne est informée des droits dont elle jouit en vertu du paragraphe 2 et, le cas échéant du paragraphe 4, et la déclaration écrite visée au paragraphe 5 lui est remise.
5) Indien tijdens het verhoor van een persoon, die aanvankelijk niet werd verhoord als verdachte, blijkt dat er elementen zijn die laten vermoeden dat hem feiten ten laste kunnen worden gelegd, dan wordt hij ingelicht over de rechten die hij heeft ingevolge paragraaf 2 en, in voorkomend geval, paragraaf 4 en wordt hem de in paragraaf 5 bedoelde schriftelijke verklaring overhandigd.