Pour les besoins de la présente annexe, un véhicule est réputé avoir un habitacle ou un compartiment qui en fait partie intégrante s’il est équipé de vitres de sécurité, de portières latérales, d’une porte arrière, de montants latéraux et/ou d’un toit créant un compartiment fermé ou partiellement fermé.
Voor de toepassing van deze bijlage wordt een voertuig geacht te zijn uitgerust met een passagiers- of andere ruimte die daarmee een geheel vormt indien het is uitgerust met veiligheidsruiten, zijdeuren, een achterdeur, zijstijlen en/of een dak waardoor een gesloten of gedeeltelijk gesloten ruimte wordt gevormd.