2. a) Compte tenu, d'une part, de l'objectif poursuivi par la condamnation avec sursis (à savoir le non-recours à des peines de prison de courte durée) et, d'autre part, des problèmes liés à la surpopulation des prisons, estimez-vous opportun de maintenir la possibilité de scinder les condamnations avec sursis? b) Dans l'affirmative, pouvez-vous préciser votre point de vue? c) Dans la négative, envisagez-vous, à cet égard, l'élaboration d'une réglementation légale privant le juge de la possibilité de prononcer une condamnation avec sursis scindée, ou, à tout le moins, limitant cette possibilité?
2. a) Bent u van oordeel dat - rekening houdend met de doelstelling die ten grondslag ligt aan de veroordeling met uitstel (namelijk het vermijden van korte gevangenisstraffen) en rekening houdend met de problematiek van de overbevolking van het gevangeniswezen - de mogelijkheid om een veroordeling met uitstel te splitsen, behouden dient te blijven? b) Zo ja, kan u uw zienswijze nader toelichten? c) Zo niet, overweegt u om in dit verband een wettelijke regeling uit te werken die aan de rechter de mogelijkheid ontneemt of minstens beperkt om een veroordeling met uitstel te splitsen?