La Convention de Luxembourg du 14 avril 2005 qui est soumise à votre approbation stipule donc, en son article 1 , que les dix nouveaux États membres adhèrent à la Convention de Rome et à ses deux Protocoles interprétatifs, tels que modifiés par les conventions similaires conclues à l'occasion des précédents élargissements, à savoir la Convention de Luxembourg du 10 avril 1984 (adhésion de la Grèce), la Convention de Funchal du 18 mai 1992 (adhésion de l'Espagne et du Portugal) et la Convention de Bruxelles du 29 novembre 1996 (adhésion de l'Autriche, de la Finlande et de la Suède).
In het Verdrag van Luxemburg van 14 april 2005 dat u ter goedkeuring wordt voorgelegd is dan ook in artikel 1 nader bepaald dat de tien nieuwe lidstaten toetreden tot het Verdrag van Rome en tot de twee protocollen betreffende de uitlegging ervan, zoals gewijzigd bij de soortgelijke Verdragen gesloten naar aanleiding van de vorige uitbreidingen, te weten het Verdrag van Luxemburg van 10 april 1984 (toetreding van Griekenland), het Verdrag van Funchal van 18 mei 1992 (toetreding van Spanje en Portugal) en het Verdrag van Brussel van 29 november 1996 (toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden).