Art. 8. § 1. L'administration procède à toute constatation, expertise, vérification, audition de tiers et, en général, à toute recherche et investigation qui lui semblent nécessaires à l'établissement de la proposition d'aide à la réparation des bénéficiaires.
Art. 8. § 1. De administratie gaat over tot elke vaststelling, expertise, verificatie, verhoor van derden en, in het algemeen, tot elk onderzoek en nasporing die ze nodig acht voor de vastlegging van het tegemoetkomingvoorstel voor het herstel van de begunstigden.