Les conditions dans lesquelles des représentants des autorités compétentes des États membres ayant établi une coopération rapprochée avec la BCE prennent part aux activités du comité de surveillance devraient être propres à permettre la plus grande implication possible de ces représentants, compte tenu des limites découlant des statuts du SEBC et de la BCE, notamment en ce qui concerne le processus décisionnel de la BCE.
De voorwaarden waaronder vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten die een nauwe samenwerking zijn aangegaan, deelnemen aan de werkzaamheden van de Raad van toezicht, moeten de grootst mogelijke betrokkenheid van deze vertegenwoordigers mogelijk maken, zij het dat rekening moet worden gehouden met de grenzen die voortvloeien uit de statuten van het ESCB en van de ECB, met name wat de integriteit van het besluitvormingsproces betreft.