Ainsi non seulement celle-ci était dispensée de la preuve, souvent très difficile à apporter, de la faute de l'employeur ou de son préposé et de l'existence d'un lien causal entre cette faute et le dommage subi, mais sa propre faute (non intentionnelle) ne faisait pas obstacle à la réparation, et n'entraînait pas sa responsabilité si cette faute causait un accident du travail à un tiers.
Niet alleen werd het slachtoffer op die manier vrijgesteld van het vaak zeer moeilijk te leveren bewijs van de schuld van de werkgever of zijn aangestelde en van het oorzakelijk verband tussen die schuld en de geleden schade, maar bovendien zou zijn eventuele eigen (onopzettelijke) fout de vergoeding niet in de weg staan, noch tot zijn aansprakelijkheid leiden, indien door die fout een derde een arbeidsongeval zou overkomen.