Selon lui, l'enrichissement des élites ou des filières criminelles provient davantage des importations et du transport (armes, carburant, pièces de rechange et produits de première nécessité) que du commerce même de certaines matières premières (cas de certains Zimbabwéens dans le cas du Katanga, ou les Russes et Ukrainiens dans le cas du coltan).
Naar zijn mening verrijken de elites of de criminele filières zich vooral met de invoer en het transport (wapens, brandstof, reserveonderdelen en levensnoodzakelijke goederen) dan met de eigenlijke handel van bepaalde grondstoffen (zoals bepaalde Zimbabwanen in het geval van Katanga, of de Russen en Oekraïeners met coltan).