Art. 3. Pour le calcul de l'ancienneté de service dans les centres d'encadrement des élèves subventionnés sont également valorisés, par application de l'article 6, § 3, du décret du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de l'enseignement subventionné et des centres d'encadrement des élèves subventionnés, aux conditions sousmentionnées, les services prestés en qualité de :
Art. 3. Voor het berekenen van de dienstanciënniteit in de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, komen eveneens, in uitvoering van artikel 6, § 3, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, onder de hierna vermelde voorwaarden, de diensten in aanmerking gepresteerd als :