48. préconise vivement des pratiques minimales communes en matière de contrôles extraterritoriaux, comportant notamment l'interdiction d'activités de courtage qui violent un embargo sur
les armes, qu'elles aient lieu à
l'intérieur ou à l'étranger; invite les États membres à suivre l'exemple de pays comme la Belgique, la République tchèque, l'Estonie, la Finlande, la Hongrie, la Pologne et la Slovaquie, qui exigent une licence pour toute activité de courtage en équipements militaires à l'étranger; invite au minimum les États membres à suivre l'exemple de l'Allemagne où le co
...[+++]urtage en armes légères et de petit calibre effectué à l'étranger est lui aussi soumis à licence;
48. dringt aan op een gemeenschappelijke minimale extraterritoriale controlepraktijk met inbegrip van een verbod op tussenhandelactiviteiten waarmee in het binnen- of buitenland een wapenembargo wordt geschonden; is tevens van oordeel dat lidstaten het voorbeeld dienen te volgen van landen als België, Estland, Finland, Hongarije, Polen, Slowakije en Tsjechië, die een vergunning voor de tussenhandel in militaire goederen in het buitenland eisen, en dat de lidstaten ten minste het voorbeeld van Duitsland moeten volgen, waar ook voor de tussenhandel in handvuurwapens en lichte wapens in het buitenland een vergunning nodig zal zijn;