On peut du reste se demander pourquoi on n'a pas mis l'occasion à profit pour adapter ou supprimer les dispositions obsolètes comme celle relative à la délivrance par un médecin de médicaments destinés à combattre les maladies vénériennes, qui figure à l'article 4, § 2, 3º, de l'arrêté royal nº 78.
Men kan zich overigens afvragen waarom van de gelegenheid geen gebruik werd gemaakt om verouderde bepalingen zoals de « terhandstelling door een geneesheer van geneesmiddelen bestemd om de venerische ziekten te bestrijden », opgenomen in artikel 4, § 2, 3º, van het koninklijk besluit nr. 78 niet worden aangepast of geschrapt.