Vertaling van "dettes depuis avril " (Frans → Nederlands) :

31 MARS 2015. - Arrêté ministériel portant nomination d'un assesseur juridique auprès de la Chambre exécutive francophone de l'Institut professionnel des comptables et fiscalistes agréés Le Ministre des Classes moyennes, des Indépendants, des PME, de l'Agriculture et de l'Intégration sociale, Vu la loi du 22 avril 1999 relative aux professions comptables et fiscales, l'article 45/1, § 10, inséré par la loi du 25 février 2013; Vu la lettre du 28 novembre 2014 de M. Jean-Paul Tasset, avocat, par laquelle il pose à nouveau sa candidature pour la fonction d'assesseur juridique de la Chambre exécutive francophone de l'Institut professionnel des comptables et fiscalistes agréés; Considérant que M. Jean-Paul Tasset, avocat au barreau de Liège depuis le 23 février 1990, satisfait à la condition légale de nomination pour la fonction d'assesseur juridique de la Chambre exécutive francophone de l'Institut professionnel des comptables et fiscalistes agréés; Considérant que M. Jean-Paul Tasset est professeur invité au Baccalauréat en Droit dispensé à l'Helmo où il enseigne des cours de droit du travail; Considérant que M. Jean-Paul Tasset a suivi plusieurs formations en tant que médiateur en droit familial, civil, commercial et social et qu'il est médiateur de dettes depuis 1999; Considérant l'expérience professionnelle acquise par M. Jean-Paul Tasset dans les matières du droit fiscal, du droit des sociétés et du droit comptable; Considérant l'expérience accumulée au fil des années par M. Jean-Paul Tasset en qualité d'assesseur juridique de la même Chambre, et ce, depuis le 1 janvier 2003, Arrête : Article unique.
31 MAART 2015. - Ministerieel besluit tot benoeming van een rechtskundig assessor bij de Franstalige Uitvoerende Kamer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten De Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie, Gelet op de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, artikel 45/1, § 10, ingevoegd bij de wet van 25 februari 2013; Gelet op de brief van 28 november 2014 van de dhr. Jean-Paul Tasset, advocaat, waarbij hij zich opnieuw kandidaat stelt voor de functie van rechtskundig assessor van de Franstalige Uitvoerende Kamer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten; Overwegende dat dhr. Jean-Paul Tasset, advocaat aan de balie van Luik sinds 23 februari 1990, voldoet aan de wettelijke voorwaarde voor de benoeming voor de functie van rechtskundig assessor van de Franstalige Uitvoerende Kamer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten; Overwegende dat dhr. Jean-Paul Tasset gastdocent is in het kader van het " Baccalauréat en Droit" aangeboden door de Helmo, waar hij arbeidsrecht doceert; Overwegende dat dhr. Jean-Paul Tasset verschillende opleidingen gevolgd heeft als bemiddelaar in familiaal, burgerlijk, commercieel en sociaal recht en hij schuldbemiddelaar is sinds 1999; Overwegende de beroepservaring verworven door dhr. Jean- Paul Tasset op het gebied van fiscaal recht, vennootschapsrecht en boekhoudrecht; Overwegende de jarenlange opgebouwde ervaring van dhr. Jean-Paul Tasset als rechtskundig assessor van dezelfde Kamer en dit sinds 1 januari 2003, Besluit : Enig artikel.

Par dérogation au paragraphe précédent, le juge peut accorder la remise pour les dettes d'un failli, subsistant après une faillite dont la clôture a été prononcée en application de la loi du 18 avril 1851 sur les faillites, banqueroutes et sursis de paiement depuis plus de 10 ans au moment du dépôt de la requête visée à l'article 1675/4.
In afwijking van de voorgaande paragraaf kan de rechter kwijtschelding verlenen voor de schulden van een gefailleerde die overblijven na een faillissement waarvan de sluiting is uitgesproken met toepassing van de wet van 18 april 1851 op het faillissement, de bankbreuk en de opschorting van betaling sedert ten minste 10 jaar op het moment van neerlegging van het verzoekschrift bedoeld in artikel 1675/4.

On peut également justifier l'acceptation de l'accord de suspendre la vente publique et de prendre une hypothèque supplémentaire, comme cela a été convenu en 1995, par les perspectives d'une augmentation de la valeur du terrain en cas de modification du PGAU et par le fait que Refractarios n'a plus accumulé de dettes depuis avril 1995.
Ook het feit dat de overeenkomst om de openbare verkoop uit te stellen en een aanvullende hypotheek af te sluiten, zoals overeengekomen in 1995, is aanvaard, is te rechtvaardigen vanwege de vooruitzichten van een waardestijging van het terrein in geval van een wijziging van het PGOU en vanwege het feit dat Refractarios vanaf april 1995 niet meer schulden heeft gemaakt.

En application du décret du 7 juillet 1994 concernant l'agrément des institutions pratiquant la médiation de dettes, tel que complété par le décret-programme du 16 décembre 1998 portant diverses mesures en matière d'action sociale, un arrêté ministériel du 25 avril 2002 décide que l'agrément accordé au centre public d'aide sociale de Chaudfontaine pour la pratique de la médiation de dettes sous le numéro de matricule RW/SMD/133 depuis le 22 avril 1996 poursuivra ses effets pour une nouvelle durée de six ans à dater du 22 avril 2002 sous le matricule RW/SMD/133.
Bij ministerieel besluit van 25 april 2002 wordt de erkenning, die overeenkomstig het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling, zoals aangevuld bij het programmadecreet van 16 december 1998 houdende verschillende maatregelen inzake sociale actie, vanaf 22 april 1996 aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Chaudfontaine als schuldbemiddelaar werd verleend, met ingang van 22 april 2002 voor een nieuwe termijn van zes jaar verlengd. De erkenning heeft het nummer RW/SMD/133.

En application du décret du 7 juillet 1994 concernant l'agrément des institutions pratiquant la médiation de dettes, tel que complété par le décret-programme du 16 décembre 1998 portant diverses mesures en matière d'action sociale, un arrêté ministériel du 25 avril 2002 décide que l'agrément accordé au centre public d'aide sociale de Herstal pour la pratique de la médiation de dettes sous le numéro de matricule RW/SMD/132 depuis le 22 avril 1996 poursuivra ses effets pour une nouvelle durée de six ans à dater du 22 avril 2002 sous le matricule RW/SMD/132.
Bij ministerieel besluit van 25 april 2002 wordt de erkenning, die overeenkomstig het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling, zoals aangevuld bij het programmadecreet van 16 december 1998 houdende verschillende maatregelen inzake sociale actie, vanaf 22 april 1996 aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Herstal als schuldbemiddelaar werd verleend, met ingang van 22 april 2002 voor een nieuwe termijn van zes jaar verlengd. De erkenning heeft het nummer RW/SMD/132.

« L'article 1675/13, § 4, qui dispose que par dérogation au § 3, le juge des saisies peut accorder la remise de dettes d'un failli, subsistant après une faillite dont la clôture a été prononcée en application de la loi du 18 avril 1851 sur les faillites, banqueroutes et sursis de paiement depuis plus de dix ans au moment du dépôt de la requête visée à l'article 1675/4, est-il contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution et crée-t-il une discrimination non justifiée au regard de l'objectif à atteindre, en ce qu'il prive les faillis dont la clôture de la faillite a été prononcée sous l'empire de l'ancienne loi, depuis moins de dix ans, du bénéfice de la remise de dette, dans le cadre d'un règlement judiciaire organisé par la loi sur le règlement collectif de dettes du 5 juillet 1998, publiée au Moniteur belge du 31 juillet 1998 et entrée en vigueur le 1 janvier 1999 ?
« Schendt artikel 1675/13, § 4, dat bepaalt dat in afwijking van § 3, de beslagrechter kwijtschelding kan verlenen voor de schulden van een gefailleerde die overblijven na een faillissement waarvan de sluiting is uitgesproken met toepassing van de wet van 18 april 1851 op het faillissement, de bankbreuk en de opschorting van betaling sedert meer dan tien jaar op het moment van neerlegging van het verzoekschrift bedoeld in artikel 1675/4, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en roept het een discriminatie in het leven die niet verantwoord is ten aanzien van het te verwezenlijken doel, doordat het de gefailleerden bij wie de sluiting van het faillissement onder de gelding van de vorige wet sedert minder dan tien jaar werd uitgesproken het voordeel ontzegt van de kwijtschelding in het kader van een gerechtelijke aanzuivering geregeld bij de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 juli 1998 en in werking getreden op 1 januari 1999 ?

L'article 1675-13, § 4, a dès lors instauré une mesure transitoire en faveur des personnes dont la faillite a été clôturée en application de la loi du 18 avril 1851, depuis plus de dix ans à la date du dépôt de la requête en règlement collectif de dettes.
Artikel 1675-13, § 4, heeft dus een overgangsmaatregel ingevoerd ten voordele van de personen waarvan het faillissement werd gesloten met toepassing van de wet van 18 april 1851, sedert meer dan tien jaar op de datum van de neerlegging van het verzoek om collectieve schuldenregeling.

Par dérogation au paragrahe précédent, le juge peut accorder la remise pour les dettes d'un failli, subsistant après une faillite dont la clôture a été prononcée en application de la loi du 18 avril 1851 sur les faillites, banqueroutes et sursis de paiement depuis plus de dix ans au moment du dépôt de la requête visée à l'article 1675/4.
In afwijking van de voorgaande paragraaf kan de rechter kwijtschelding verlenen voor de schulden van een gefailleerde die overblijven na een faillissement waarvan de sluiting is uitgesproken met toepassing van de wet van 18 april 1851 op het faillissement, de bankbreuk en de opschorting van betaling sedert ten minste tien jaar op het moment van neerlegging van het verzoekschrift bedoeld in artikel 1675/4.

Depuis le 17 avril 2009, les huissiers de justice et les avocats ne peuvent plus facturer de frais pour le recouvrement amiable, et alourdir ainsi inutilement la dette.
Sinds 17 april 2009 mogen gerechtsdeurwaarders en advocaten geen kosten meer aanrekenen voor de minnelijke invordering van schulden, daardoor worden de schulden niet langer nutteloos verzwaard.