Par conséquent, en ce que la partie requérante soutient qu'il est arbitrairement porté atteinte à son droit de propriété, étant donné que, du fait de la déclaration d'inexcusabilité de son ex-conjoint, elle devrait supporter elle-même les dettes de ce dernier (quatrième moyen), son grief ne peut être accueilli.
In zoverre de verzoekende partij aanvoert dat haar eigendomsrecht op willekeurige wijze wordt aangetast aangezien zij door de niet-verschoonbaarverklaring van haar voormalige echtgenoot zelf zou moeten instaan voor diens schulden (vierde middel), kan haar grief derhalve niet worden aangenomen.