L'injure envers une personne quelconque soit par des faits, soit par des écrits, images ou emblèmes, dans les conditions de publicité énumérées à l'article 448, alinéa 1 , du Code pénal est passible d'un emprisonnement de huit jours à deux mois et d'une amende de vingt-six à cinq cents euros ou à une de ces peines.
Hij die hetzij door daden, hetzij door geschriften, prenten of zinnebeelden iemand beledigt in een van de omstandigheden van openbaarheid bepaald in artikel 448, eerste lid, van het Strafwetboek, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot twee maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro, of met een van die straffen alleen.