Il ressort néanmoins des motifs de la décision de renvoi que la Cour est interrogée sur la constitutionnalité d'une différence de traitement que ferait la disposi
tion en cause entre deux catégories de sociétés anonymes dissoutes sans liquidation dans le cadre de l'opération décrite par l'article 676, 1°, du Code des sociétés : d'une part, celles qui, avant leur dissolution, ont été inculpées par un juge d'instruction en application de l'article 61bis, alinéa 1, du Code d'instruction criminelle et, d'autre part, celles qui, avant leur dissolut
ion, ont été citées directement ...[+++]class=yellow2> devant le tribunal correctionnel par le ministère public en application de l'article 182, alinéa 1, du même Code.
Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt niettemin dat aan het Hof een vraag wordt gesteld over de grondwettigheid van een verschil in behandeling dat de in het geding zijn
de bepaling zou maken tussen twee categorieën van naamloze vennootschappen die zonder vereffening zijn ontbonden in het kader van de in artikel 676, 1°, van het Wetboek van vennootschappen beschreven verrichting : enerzijds, diegene die vóór hun ontbinding in verdenking zijn gesteld door een onderzoeksrechter met toepassing van artikel 61bis, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering en, anderzijds, diegene die vóór hun ontbinding rechtstreeks voor de
...[+++] correctionele rechtbank zijn gedagvaard door het openbaar ministerie, met toepassing van artikel 182, eerste lid, van hetzelfde Wetboek.