Dans deux arrêts de 1997, la Cour d'arbitrage, statuant sur une question préjudicielle, a déclaré inconstitutionnelle la disposition insérée dans l'article 164, § 5, A.R. C.I. R., prise en exécution de l'article 300 C.I. R. 92. La Cour d'arbitrage a estimé que le fait que des tiers détenteurs deviendraient automatiquement codébiteurs d'une dette fiscale d'une autre personne, comporte une discrimination interdite.
Het Arbitragehof heeft met twee arresten van 1997, uitspraak doende over een prejudiciële vraag, de bepaling opgenomen in artikel 164, § 5, KB WIB, zoals genomen in uitvoering van artikel 300, WIB 92, ongrondwettig verklaard. Het Arbitragehof oordeelde dat het feit dat derden-houders automatisch medeschuldenaar zouden worden van een belastingschuld van een ander persoon, een verboden discriminatie inhoudt.