1. Les autorités compétentes de deux États membres au moins peuvent, d'un commun accord, créer une équipe commune d'enquête, avec un objectif précis et pour une durée limitée pouvant être prolongée avec l'accord de toutes les parties, pour effectuer des enquêtes pénales, au sens de l'article 3 de la convention relative à l'assistance mutuelle dans le domaine pénal du 29 mai 2000, dans un ou plusieurs des États membres qui créent l'équipe.
1. De bevoegde autoriteiten van twee of meer lidstaten kunnen onderling overeenkomen een gemeenschappelijk onderzoeksteam in te stellen voor een bepaald doel en voor een beperkte periode, die in onderlinge overeenstemming kan worden verlengd, om strafrechtelijke onderzoeken, als omschreven in artikel 3 van de EU-Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken van 29 mei 2000, uit te voeren in een of meer van de lidstaten die het team instellen.