Cette compétence, cependant, doit s'exercer, aux termes de la disposition précitée, dans le cadre de la " mission de veiller à l'honneur, aux droits et aux intérêts professionnels communs de leurs membres " , mission spécifiquement conférée par le législateur aux deux ordres communautaires créés par la loi du 4 avril 2001.
Die bevoegdheid moet, naar luid van de voormelde bepaling, evenwel worden uitgeoefend in het kader van de " taak te waken over de eer, de rechten en de gemeenschappelijke beroepsbelangen van hun leden " , taak die door de wetgever specifiek is opgedragen aan de twee gemeenschapsorden die bij de wet van 4 april 2001 zijn opgericht.