« L'article 56bis, § 2, des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs
salariés, dans son texte applicable au présent litige, viole-t-il les articles 6 et 6bis anciens de la Constitution (actuellement articles 10 et 11 de la Constitution coordonnée) en ce que l'enfant orphelin qui bénéficie d'allocations familiales aux taux majorés en raison d
u décès d'un de ses deux parents ne se trouvera pas nécessairement, lorsque le parent survivant se marie ou s'établit en ménage, dans une situation com
parable à ...[+++]celle qui était la sienne avant de devenir orphelin ?
« Schendt artikel 56bis, § 2, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, in zijn tekst die op onderhavig geschil van toepassing is, de vroegere artikelen 6 en 6bis van de Grondwet (thans 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet) doordat het weeskind dat verhoogde gezinsbijslag geniet wegens het overlijden van een van zijn beide ouders zich niet noodzakelijkerwijze, wanneer de overlevende ouder in het huwelijk treedt of een huishouden vormt, in een situatie zal bevinden die vergelijkbaar is met de situatie die het kende vóór het wees werd ?