Le Conseil d'État, section de législation, deuxième chambre des vacations, saisi par le Vice-Premier ministre et ministre des Affaires étrangères, le 1 juillet 2009, d'une demande d'avis, dans un délai de trente jours, sur un projet de loi « portant assentiment à la Convention internationale pour la protection de toutes les personnes contre les disparitions forcées, adoptée à New York le 20 décembre 2006 », a donné l'avis suivant:
De Raad van State, afdeling Wetgeving, tweede vakantiekamer, op 1 juli 2009 door de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een voorontwerp van wet « houdende instemming met het internationaal verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning, aangenomen te New York op 20 december 2006 », heeft het volgende advies gegeven :