En conclusion, il appartient, tout d'abord, à l'avocat, pour l'aide juridique de première ligne, au bureau d'aide juridique, pour l'aide juridique de deuxième ligne, et au bureau d'assistance judiciaire ou au juge, pour l'assistance judiciaire, d'apprécier, dans le cadre fixé par l'arrêté royal, en fonction des données propres à chaque cas, si le bénéfice de la gratuité peut être ou non accordé.
Tot slot kan worden gesteld dat vooreerst de advocaat voor de juridische eerstelijnsbijstand, het bureau voor juridische bijstand voor de tweedelijnsbijstand en het bureau voor rechtsbijstand of de rechter voor de rechtsbijstand in het bij het koninklijk besluit vastgestelde kader en op grond van de specifieke gegevens van ieder geval moet oordelen of het voordeel van de kosteloosheid al dan niet kan worden toegekend.