Le Conseil des ministres soutient, à propos du premier moyen, deuxième branche, deuxième sous-branche, que la Cour ne pourrait connaître d'un moyen qui ne démontrerait pas une discrimination évoquée par la partie requérante sur la base des articles 10 et 11 de la Constitution; à propos de la troisième sous-branche de cette même branche, il estime, pour le même motif, que le moyen serait, en ce qui la concerne, irrecevable.
In verband met het tweede subonderdeel van het tweede onderdeel van het eerste middel voert de Ministerraad aan dat het Hof geen kennis zou kunnen nemen van een middel dat geen discriminatie zou aantonen die door de verzoekende partij op grond van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet is opgeworpen; in verband met het derde subonderdeel van datzelfde onderdeel is hij om dezelfde reden van mening dat het middel, wat dat subonderdeel betreft, onontvankelijk zou zijn.