considérant le règlement (CEE) n° 3254/91 (3), et notamment son article 3, paragraphe 1, deuxième tiret, qui fait référence à des normes convenues au niveau international en matière de piégeage sans cruauté, auxquelles doivent se conformer les méthodes de piégeage utilisées par les pays tiers n'ayant pas interdit l'utilisation des pièges à mâchoires, afin que ces pays puissent exporter vers la Communauté des fourrures et des produits manufacturés de certaines espèces;
Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 3254/91 (3) en met name artikel 3, lid 1, tweede streepje, verwijst naar internationaal overeengekomen normen voor humane vangmethoden met behulp van vallen, waaraan vangmethoden met behulp van vallen die gebruikt worden door derde landen die wildklemmen niet verboden hebben, moeten voldoen indien deze landen pelzen en producten die vervaardigd zijn van bepaalde diersoorten naar de Gemeenschap willen uitvoeren;