Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "deuxième section prévoit " (Frans → Nederlands) :

La deuxième section prévoit l'annulation comptable de la dette de l'AFSCA vis-à-vis du Bureau d'intervention et de restitution belge qui avait préfinancé, entre 2002 et 2004, les tests ESB rendus obligatoires par l'Europe.

De tweede afdeling schrijft de boekhoudkundige nietigverklaring voor van de schuld van het FAVV bij het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau dat tussen 2002 en 2004 de door Europa verplichte BSE tests had geprefinancierd.


Considérant qu'aux termes de l'arrêté du 30 juin 2011 du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale relatif à l'établissement d'un périmètre de préemption « Marco Polo » sur le territoire de la commune d'Anderlecht, il a été établi un périmètre de préemption délimitée par les rues suivantes : E 240 T3 Rue des Trèfles 50, E 240 M3 Rue des Trèfles 48, E 240 V3 Rue des Trèfles 44, E 240 H3 Rue des Trèfles 42, E 240 C4 Rue des Trèfles 32, E 252 H 2 Rue des Trèfles 30, E 252 G2 Rue des Trèfles 28, E 253 A4 Rue des Trèfles 18, E 253 V3 Rue des Trèfles 16A, E 253 T3 Rue des Trèfles 16, E 253 M3 Rue des Trèfles 14, E 253 N3 Rue des Trèfles 14A, E 253 Z3 Rue des Trèfles +10, E253 Y3 Rue des Trèfles 10, E 241 St-Annaveld, E 246 St-Annaveld, E 25 ...[+++]

Overwegende dat krachtens het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 juni 2011 betreffende de vaststelling van een perimeter van voorkoop "Marco Polo" op het grondgebied van de gemeente Anderlecht een voorkoopperimeter werd ingesteld die wordt begrensd door de volgende straten: E 240 T3 Klaverstraat 50, E 240 M3 Klaverstraat 48, E 240 V3 Klaverstraat 44, E 240 H3 Klaverstraat 42, E 240 C4 Klaverstraat 32, E 252 H 2 Klaverstraat 30, E 252 G2 Klaverstraat 28, E 253 A4 Klaverstraat 18, E 253 V3 Klaverstraat 16A, E 253 T3 Klaverstraat 16, E 253 M3 Klaverstraat 14, E 253 N3 Klaverstraat 14A, E 253 Z3 Klaverstraat +10, E253 Y3 Klaverstraat 10, E 241 Sint-Annaveld, E 246 Sint-Annaveld, E 252 T Vogelenzangstraat 4, E 254 H5 Bergen ...[+++]


Pour le cas où la crémation serait la forme d'inhumation choisie, la loi du 20 juillet 1971 sur les funérailles et sépultures (chapitre II, section III, « Des incinérations ») prévoit un deuxième examen, en ce sens que l'officier de l'état civil doit commettre, indépendamment du médecin qui a constaté le décès, un deuxième médecin, qui doit vérifier et certifier qu'il n'y a pas de signe ou indice de mort violente et suspecte (article 22, § 1 ).

Indien voor crematie als vorm van teraardebestelling wordt gekozen, dan voorziet de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging (hoofdstuk 2, afdeling III-lijkverbranding) in een tweede onderzoek; dit betekent dat een tweede arts, onafhankelijk van de arts die het overlijden heeft vastgesteld, door de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt aangesteld om na te gaan en te bevestigen dat er geen tekens of aanwijzingen zijn van een gewelddadige of verdachte dood (artikel 22, § 1).


Si l'on opte pour la crémation en tant que forme d'inhumation, la loi du 20 juillet 1971 sur les funérailles et sépultures (chapitre 2, section III, « Des incinérations ») prévoit un deuxième examen; cela signifie que l'officier de l'état civil désigne, indépendamment du médecin qui a constaté le décès, un deuxième médecin, qui doit contrôler et confirmer qu'il n'y a pas de signes ou indices de mort violente ou suspecte (article 22, § 1 ).

Indien voor crematie als vorm van teraardebestelling wordt gekozen dan voorziet de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging (hoofdstuk 2, afdeling III-Lijkverbranding) in een tweede onderzoek; dit wil zeggen dat een tweede arts, onafhankelijk van de arts die het overlijden heeft vastgesteld, door de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt aangesteld om na te gaan en te bevestigen dat er geen tekens of aanwijzingen zijn van een gewelddadige en verdachte dood (artikel 22, § 1).


Si l'on opte pour la crémation en tant que forme d'inhumation, la loi du 20 juillet 1971 sur les funérailles et sépultures (chapitre 2, section III, « Des incinérations ») prévoit un deuxième examen; cela signifie que l'officier de l'état civil désigne, indépendamment du médecin qui a constaté le décès, un deuxième médecin, qui doit contrôler et confirmer qu'il n'y a pas de signes ou indices de mort violente ou suspecte (article 22, § 1 ).

Indien voor crematie als vorm van teraardebestelling wordt gekozen dan voorziet de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging (hoofdstuk 2, afdeling III-Lijkverbranding) in een tweede onderzoek; dit wil zeggen dat een tweede arts, onafhankelijk van de arts die het overlijden heeft vastgesteld, door de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt aangesteld om na te gaan en te bevestigen dat er geen tekens of aanwijzingen zijn van een gewelddadige en verdachte dood (artikel 22, § 1).


Pour le cas où la crémation serait la forme d'inhumation choisie, la loi du 20 juillet 1971 sur les funérailles et sépultures (chapitre II, section III ­ « Des incinérations ») prévoit un deuxième examen, en ce sens que l'officier de l'état civil doit commettre, indépendamment du médecin qui a constaté le décès, un deuxième médecin, qui doit vérifier et certifier qu'il n'y a pas de signe ou indice de mort violente et suspecte (article 22, § 1).

Indien voor crematie als vorm van teraardebestelling wordt gekozen, dan voorziet de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging (hoofdstuk I, afdeling III ­ lijkverbranding) in een tweede onderzoek; dit betekent dat een tweede arts, onafhankelijk van de arts die het overlijden heeft vastgesteld, door de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt aangesteld om na te gaan en te bevestigen dat er geen tekens of aanwijzingen zijn van een gewelddadige of verdachte dood (artikel 22, § 1).


Par la deuxième question préjudicielle, le juge a quo souhaite savoir si la disposition en cause viole les articles 10, 11, 13 et 191 de la Constitution, combinés avec le principe de standstill, en ce qu'elle ne prévoit pas une prolongation de délai pour les étrangers qui se trouvent dans un pays non européen ou dans un pays européen non limitrophe de la Belgique, alors que cette catégorie de personnes avait effectivement droit à une prolongation de délai, respectivement de nonante jours et de trente jours, sous l'empire de l'article 89 de l'arrêté du Rég ...[+++]

Met de tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of de in het geding zijnde bepaling de artikelen 10, 11, 13 en 191 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het standstill-beginsel, schendt, doordat zij niet in een termijnverlenging voorziet voor vreemdelingen die zich in een niet-Europees land of in een Europees land dat niet aan België grenst, bevinden, terwijl die categorie van personen onder de gelding van artikel 89 van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, dat op het vreemdelingencontentieux van toepassing was gemaakt door ar ...[+++]


Compte tenu de la modification de l'article 7 du présent arrêté qui prévoit d'autres hypothèses que le retour, la section de législation du Conseil d'Etat se demande si d'autres dispositions qui ne mentionnent que l'hypothèse du retour comme l'article 3, alinéa 3, l'article 7, deuxième tiret, l'article 20,alinéa 2 et l'article 48 ne doivent pas être modifiées.

Gelet op de wijziging van artikel 7 van dit besluit, dat andere hypotheses dan de terugkeer voorziet, vraagt de afdeling wetgeving van de Raad van State zich af of andere bepalingen die slechts de hypothese van de terugkeer vermelden, zoals artikel 3, derde lid, artikel 7, tweede liggend streepje, artikel 20, tweede lid, en artikel 48, niet moeten worden gewijzigd.


Le point (o) du plan d’action mettant en œuvre le programme de La Haye, de la section «Poursuite de la mise en œuvre du principe de reconnaissance mutuelle» («Coopération judiciaire en matière pénale»), prévoit l’adoption d’une deuxième proposition «complétant» le mandat européen d'obtention de preuves en 2007.

Volgens het actieplan ter uitvoering van het Haags programma (rubriek ‘justitiële samenwerking in strafzaken - voortgezette uitvoering van het beginsel van wederzijdse erkenning’, punt o)) zal in 2007 een tweede voorstel “tot vervollediging” van het Europees bewijsverkrijgingsbevel worden ingediend.


Le point (o) du plan d’action mettant en œuvre le programme de La Haye, de la section «Poursuite de la mise en œuvre du principe de reconnaissance mutuelle» («Coopération judiciaire en matière pénale»), prévoit l’adoption d’une deuxième proposition «complétant» le mandat européen d'obtention de preuves en 2007.

Volgens het actieplan ter uitvoering van het Haags programma (rubriek ‘justitiële samenwerking in strafzaken - voortgezette uitvoering van het beginsel van wederzijdse erkenning’, punt o)) zal in 2007 een tweede voorstel “tot vervollediging” van het Europees bewijsverkrijgingsbevel worden ingediend.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

deuxième section prévoit ->

Date index: 2021-05-23
w