Art. 3. En exécution de l'article 4 de la convention collective de travail du 2 février 2005 instaurant un "Fonds de sécurité d'existence pour les ateliers sociaux", rendue obligatoire par arrêté royal du 19 avril 2006, une cotisation patronale sur les salaires bruts à 108 p.c. des travailleurs du secteur concerné, est perçue : - de 0,30 p.c. au deuxième trimestre 2015; - de 0,15 p.c. au troisième trimestre 2015; - de 0,15 p.c. au quatrième trimestre 2015; - de 0,15 p.c. aux trimestres 2016.
Art. 3. In uitvoering van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005 tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sociale werkplaatsen", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 april 2006, wordt er een inning van een werkgeversbijdrage op de brutolonen aan 108 pct. van de werknemers uit de betrokken sector, vastgelegd van : - 0,30 pct. in het tweede kwartaal van 2015; - 0,15 pct. in het derde kwartaal van 2015; - 0,15 pct. in het vierde kwartaal van 2015; - 0,15 pct. in de kwartalen in 2016.