Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «devant la juridiction a quo font » (Français → Néerlandais) :

La question préjudicielle porte sur l'article 132bis du Code des impôts sur les revenus 1992 (ci-après : CIR 1992), qui, dans sa version applicable au litige pendant devant la juridiction a quo, disposait :

De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 132bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992), dat, in de versie ervan die van toepassing is op het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil, bepaalde :


La loi précitée est par conséquent applicable à la partie demanderesse devant la juridiction a quo.

De voormelde wet is bijgevolg van toepassing op de eisende partij voor het verwijzende rechtscollege.


Contrairement à ce qu'affirment les parties requérantes devant la juridiction a quo et la partie intervenante devant la Cour, les modifications apportées par la loi du 14 janvier 2013 pouvaient aussi raisonnablement recevoir ce sens dès leur adoption.

In tegenstelling tot wat de verzoekende partijen voor het verwijzende rechtscollege en de tussenkomende partij voor het Hof aanvoeren, konden de wijzigingen die werden aangebracht bij de wet van 14 januari 2013 ook redelijkerwijze die betekenis krijgen sinds de aanneming ervan.


Selon les parties requérantes devant la juridiction a quo et la partie intervenante devant la Cour, la disposition en cause ne serait pas une disposition interprétative mais bien une disposition rétroactive visant à étendre aux redevances dues pour les années 2006 à 2012 le champ d'application temporel des modifications apportées à l'article 10 de la loi du 31 décembre 1963 par la loi du 14 janvier 2013.

Volgens de verzoekende partijen voor het verwijzende rechtscollege en de tussenkomende partij voor het Hof zou de in het geding zijnde bepaling geen interpretatieve bepaling maar wel een retroactieve bepaling zijn die ertoe strekt het temporele toepassingsgebied van de wijzigingen die bij de wet van 14 januari 2013 werden aangebracht in artikel 10 van de wet van 31 december 1963, uit te breiden tot de bijdragen verschuldigd voor de jaren 2006 tot 2012.


Les faits de la cause pendante devant la juridiction a quo font apparaître que les intimées devant cette juridiction sont des membres du personnel nommés à titre définitif d'une société coopérative de droit public qui ont été mis en disponibilité pour cause de suppression d'emploi, en application des dispositions de l'arrêté royal du 26 décembre 1938 relatif au régime des pensions du personnel communal.

De feiten van de zaak die hangende is voor het verwijzende rechtscollege doen ervan blijken dat de geïntimeerden voor dat rechtscollege vastbenoemde personeelsleden zijn van een publiekrechtelijke coöperatieve vennootschap die in disponibiliteit werden gesteld wegens ambtsopheffing, met toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 26 december 1938 betreffende de pensioenregeling van het gemeentepersoneel.


Le raisonnement tenu en B.3.1 ne peut toutefois être reproduit en l'espèce, étant donné que les faits visés par l'article 23duodecies, § 1, du Code bruxellois du logement, tel qu'il est applicable au litige pendant devant la juridiction a quo, ne constituent pas une infraction pénale et ne peuvent donc pas être poursuivis devant le tribunal correctionnel.

De redenering die wordt gehouden in B.3.1 kan echter te dezen niet worden overgenomen, aangezien de feiten bedoeld in artikel 23duodecies, § 1, van de Brusselse Huisvestingscode, zoals het op het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil van toepassing is, geen strafrechtelijk misdrijf uitmaken en dus niet voor de correctionele rechtbank kunnen worden vervolgd.


Le Conseil des ministres et l'appelante devant la juridiction a quo font valoir que la question préjudicielle repose sur une interprétation erronée de l'article 80, alinéa 6, de la loi sur les faillites.

De Ministerraad en de appellante voor het verwijzende rechtscollege voeren aan dat de prejudiciële vraag uitgaat van een onjuiste interpretatie van artikel 80, zesde lid, van de faillissementswet.


Les appelants devant la juridiction a quo font valoir que ce qui précède ne résiste pas à l'examen lorsque le bien affermé est un bâtiment, dès lors que la rentabilité d'un bâtiment serait identique, quelle que soit la province dans laquelle il est situé.

De appelanten voor het verwijzende rechtscollege voeren aan dat het voorgaande niet opgaat wanneer het verpachte goed een gebouw betreft, vermits de rentabiliteit van een gebouw identiek zou zijn, ongeacht de provincie waarin het gelegen is.


Les parties intéressées devant la juridiction a quo, le président du Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale et le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale font valoir que la question préjudicielle n'appelle pas de réponse puisque les articles 10 et 11 de la Constitution ne permettent pas à la Cour de comparer une législation fédérale avec la législation de la Région de Bruxelles-Capitale.

De belanghebbende partijen voor het verwijzende rechtscollege, de voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering voeren aan dat de prejudiciële vraag geen antwoord behoeft, vermits de artikelen 10 en 11 van de Grondwet het Hof niet toelaten federale wetgeving te vergelijken met de wetgeving van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.


La Cour doit examiner en l'espèce si les contribuables qui ont modifié la date de clôture de leurs comptes annuels - comme les appelantes devant la juridiction a quo - ne font pas l'objet d'une discrimination en tant qu'on leur refuse à la fois l'immunisation pour les réserves d'investissement et la déduction pour investissement en ce qui concerne la période qui prend cours le 1 janvier 1982 et qui expire avant le 31 décembre 1982.

Het Hof dient te dezen te beoordelen of er, ten aanzien van belastingplichtigen die de afsluitingsdatum van hun jaarrekening hebben gewijzigd - zoals de appellanten voor het verwijzende rechtscollege - geen discriminatie is ontstaan in zoverre hun zowel de vrijstelling van de investeringsreserves als de investeringsaftrek wordt geweigerd voor de periode die begint op 1 januari 1982 en eindigt vóór 31 december 1982.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

devant la juridiction a quo font ->

Date index: 2021-02-04
w