3. Nonobstant le paragraphe 1, si une action en réparation de dommage par pollution contre le Fonds de 1992 est intentée devant un tribunal d'un État contractant à la Convention de 1992 portant création du Fonds mais non au présent Protocole, toute action apparentée contre le Fonds complémentaire peut, au choix du demandeur, être intentée soit devant le tribunal compétent de l'État où se trouve le siège principal du Fonds complémentaire soit devant tout tribunal d'un État contractant qui a compétence en vertu du paragraphe 1.
3. Ongeacht lid 1, wordt, indien een vordering tot vergoeding voor schade door verontreiniging tegen het fonds van 1992 is ingesteld bij een rechter in een staat die partij is bij het fondsverdrag van 1992 maar niet bij dit Protocol, een daarmee samenhangende vordering tegen het bijkomend fonds, naar keuze van de eiser, ingesteld bij een rechter van de staat waar de hoofdzetel van het bijkomend fonds is gevestigd of bij een op grond van lid 1 bevoegde rechter van een verdragsluitende staat.