Dans son arrêt du 7 mai 1999, la Cour de cassation a décidé que les pharmaciens, même s'ils ne sont pas des commerçants au sens de l'article 1 du Code de Commerce, et même s'ils ont une fonction sociale, exercent une activité axée sur l'échange de biens et services; qu'ils poursuivent de manière durable un but économique et sont donc en règle générale des entreprises au sens de l'article 1 de la loi du 5 août 1991 sur la protection de la concurrence économique, devenue maintenant la loi coordonnée du 1 juillet 1999 sur la protection de la concurrence économique.
Het Hof van Cassatie heeft in zijn arrest van 7 mei 1999 gesteld dat apothekers, ook al zijn zij geen kooplieden in de zin van artikel 1 van het Wetboek van Koophandel en ook al hebben zij een maatschappelijke functie, een activiteit uitoefenen die gericht is op de uitwisseling van goederen of diensten; dat zij op duurzame wijze een economisch doel nastreven en aldus in de regel ondernemingen zijn in de zin van artikel 1 van de wet tot bescherming van de economische mededinging van 5 augustus 1991, nu de gecoördineerde wet van 1 juli 1999.
