Le titre II re
latif aux droits et devoirs contient quelques particularités propres à la fonction : droit de l'agent de refuser l'exécution d'un ordre manifestement illégal - article 9, § 2, qui trouve son équivalent dans l'article III. II. 3 de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des services de police : il va de soi, comme l'observe le Conseil d'Etat, que la confirmation de l'ordre ne permet pas de dégager la responsabilité de l'agent qui l'exécuterait -, restriction de la liberté d'expression à l'égard des faits portés à la connaissance des agents dans l'exercice de leurs fonctions, devoir du sec
...[+++]ret professionnel conformément aux prescriptions de la loi du 30 novembre 1998 organique des services de renseignement et de sécurité et de la loi du 11 décembre 1998 relative à la classification et aux habilitations, attestations et avis de sécurité (article 12 alinéas 1 et 3) et obligation particulière de réserve en matière politique (article 12 alinéa 2), qui a pour corollaires un régime renforcé d'incompatibilités (article 18) et l'exclusion du droit au congé politique ainsi qu'aux congés pour exercer des fonctions au sein d'un cabinet ministériel ou auprès des groupes politiques des assemblées parlementaires (article 185).Titel II betreffende de rechten en plichten bevat enkele bijzonderheden eigen aan de functie : recht van de ambtenaar te weigeren om een manifest onwettig bevel uit te voeren - artikel 9, § 2, dat zijn equivalent vindt in artikel III. II. 3 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 houdende de juridische stand van het personeel van de politiediensten : het is vanzelfsprekend dat, zoals de raad van State opmerkt, de bevestiging van het bevel, de ambtenaar die het zou uitvoeren van zijn verant
woordelijkheid niet ontheft -, de beperking inzake vrijheid van meningsuiting jegens feiten die de ambtenaren ter ore komen uit hoofde van hun f
...[+++]unctie, plicht van het beroepsgeheim overeenkomstig de voorschriften van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen - en veiligheidsdiensten en de wet van 11 december 1998 betreffende classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen (artikel 12, eerste en derde lid) en de bijzondere verplichting van terughoudendheid op politiek vlak (artikel 12, tweede lid), die als logisch gevolg hebben een strenger stelsel van onverenigbaarheden (artikel 18) en de uitsluiting van het recht op politiek verlof alsook van de verloven om een functie uit te oefenen in een ministerieel kabinet of bij de politieke groepen van de parlementaire vergaderingen (artikel 185).