Eu égard à l'effet de présomption que l'article 103, alinéa 4 de la loi du 20 juillet 2004 attache aux mesures énoncées par le présent arrêté, l'on peut considérer que ces mesures constituent de facto un minimum bien qu'il soit permis à un OPC en créance
s institutionnel de prendre d'autres mesures, que celles visées par le présent a
rrêté, mais dont il devra alors établir qu'elles sont adéquates pour préserver la qualité d'investisseurs institutionnels ou professionnels des détenteurs de ses ti
...[+++]tres.
Gezien het vermoeden dat verbonden is aan de in dit besluit uitgewerkte maatregelen, als geregeld in artikel 103, vierde lid van de wet van 20 juli 2004, mag ervan worden uitgegaan dat deze maatregelen de facto de minimumvoorwaarden vormen, ook al mag een institutionele ICB in schuldvorderingen andere maatregelen treffen dan bedoeld in dit besluit, waarvan zij dan evenwel moet aantonen dat zij geschikt zijn om de hoedanigheid van institutionele of professionele belegger van de houders van haar effecten te waarborgen.