3. Une demande présentée en vertu du paragraphe 1, adressée à un État qui a fait une déclaration conformément à ce paragraphe, devra inclure une attestation formelle du demandeur indiquant que les ressources de l’enfant satisfont aux conditions mentionnées au paragraphe 2.
3. Een verzoek als bedoeld in lid 1, gericht aan een staat die de in dat lid bedoelde verklaring heeft afgelegd, dient een formele verklaring van de verzoeker te omvatten waarin wordt vermeld dat de middelen van het kind voldoen aan de in lid 2 bedoelde criteria.