Les États membres devraient donc, au lieu d’introduire un délai de suspension obligatoire, avoir la possibilité de prévoir l’absence d’effets du marché comme sanction effective en application de l’article 2 quinquies des directives 89/665/CEE et 92/13/CEE en cas de violation de l’article 32, paragraphe 4, deuxième alinéa, second tiret, et de l’article 33, paragraphes 5 et 6, de la directive 2004/18/CE, ainsi que de l’article 15, paragraphes 5 et 6, de la directive 2004/17/CE.
In plaats van in een verplichte opschortende termijn te voorzien, kunnen de lidstaten derhalve overeenkomstig artikel 2 quinquies van beide Richtlijnen 89/665/EEG en 92/13/EEG voorzien in onverbindendheid als een doeltreffende sanctie voor inbreuken op het tweede streepje van de tweede alinea van artikel 32, lid 4, op artikel 33, leden 5 en 6, van Richtlijn 2004/18/EG, en op artikel 15, leden 5 en 6, van Richtlijn 2004/17/EG.