22. est d'avis que les droits de la femme devraient obligatoirement rester un sujet d'attention particulière dans tous les dialogues entre l'Union et l'Iran; considère que, en dépit des progrès déjà accomplis, la situation des femmes en Iran reste entachée par des discriminations inacceptables, notamment en matière juridique et en ce qui concerne le droit de la famille et la participation des femmes à la vie économique et politique;
22. is van mening dat vrouwenrechten zonder uitzondering een punt van bijzondere aandacht moeten blijven in iedere dialoog tussen de EU en Iran; meent dat ondanks de reeds geboekte vooruitgang de situatie van vrouwen in Iran verstoord blijft door onaanvaardbare discriminatie, vooral met betrekking tot wettelijke aangelegenheden, en met betrekking tot familierecht en de participatie van vrouwen aan het economische en politieke leven;