9. rappelle la position défendue par le Parlement dans le cadre de la procédure budgétaire, selon laquelle le personnel qui est financé par les ressources provenant des redevances versées par les entreprises du secteur, et qui n'est donc pas financé au titre du budget de l'Union, ne devrait pas être concerné par la réduction annuelle de 2 % appliquée par l'Union; considère, à cet égard, que la Commission devrait faire une différence entre les agences qui sont essentiellement financées au titre du budget de l'Union et celles qui sont principalement financées par les redevances versées par les entreprises, selon la part des services fournis par l'agence concernée;
9. herinnert aan het standpunt van het EP in begrotingsprocedures, namelijk dat personeel dat betaald wordt uit bijdragen van het bedrijfsleven en dus niet uit de EU-begroting buiten de door de EU toegepaste jaarlijkse korting van 2 % moet blijven; is in dit verband van oordeel dat de Commissie een onderscheid dient te maken ten aanzien van de agentschappen die voornamelijk uit de begroting van de Unie worden gefinancierd en dat zij een andere regeling moet voorstellen voor de agentschappen die voornamelijk worden gefinancierd uit bijdragen van het bedrijfsleven, welke evenredig moeten zijn aan de kosten van de door het agentschap verleende diensten;