L’organe de contrôle ne devrait intervenir que lorsqu’il est informé (par exemple, par le prestataire de services de confiance non qualifié lui-même, par un autre organe de contrôle, par une notification émanant d’un utilisateur ou d’un partenaire économique ou sur la base de ses propres investigations) qu’un prestataire de services de confiance non qualifié ne satisfait pas aux exigences du présent règlement.
Het toezichthoudend orgaan dient alleen op te treden wanneer het ervan in kennis wordt gesteld (bijvoorbeeld door de niet-gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten zelf, door een ander toezichthoudend orgaan, door een kennisgeving van een gebruiker of een zakenpartner of op basis van zijn eigen onderzoek) dat een niet-gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten niet voldoet aan de vereisten van deze verordening.