Les personnes désignées à l'article 12, § 2, de l'ordonnance sont également tenues de déclarer au médecin-inspecteur d'hygiène de la Commission communautaire commune tout cas de pathologie ou maladie non reprise dans la liste mentionnée à l'alinéa précédent, mais présentant un caractère épidémique indiscutable ou présentant la symptomatologie d'une affection épidémique grave, même en cas de diagnostic incertain, dans lequel il apparaît nécessaire de prendre des mesures prophylactiques pour éviter la transmission de la maladie.
De in artikel 12, § 2, van de ordonnantie aangewezen personen zijn eveneens verplicht om aan de geneesheer-gezondheidsinspecteur van de Gemeenschappelijke Gemeenschaps-commissie aangifte te doen van elke pathologie of ziekte die niet is opgenomen in de in het vorige lid vermelde lijst, maar waarvan het epidemische karakter vaststaat of waarvan de symptomatologie die is van een ernstige epidemische aandoening, zelfs in geval van een onzekere diagnose, waarbij het noodzakelijk lijkt om profylactische maatre-gelen te nemen om de overdracht van de ziekte te vermijden.