Par jugement du 25 octobre 1999 en cause du ministère des Finances et du ministère public contre G. Verellen, K. Dierckxsens, E. Dierckxsens et le s.a. Dierckxsens' Altervinum, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 22 novembre 1999, le Tribunal de première instance d' Anvers a posé les questions préjudicielles visant à savoir :
Bij vonnis van 25 oktober 1999 in zake het Ministerie van Financiën en het openbaar ministerie tegen G. Verellen, K. Dierckxsens, E. Dierckxsens en de n.v. Dierckxsens' Altervinum, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 22 november 1999, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen de prejudiciële vragen gesteld :