Dispositions finales Art. 10. Les départs éventuels en RCC conventionnel doivent - à l'exception des entreprises qui sont en difficultés ou en restructuration - être argumentés et programmés dans des délais raisonnables, en tenant compte de circonstances particulières.
Slotbepalingen Art. 10. De eventuele vertrekken op conventioneel SWT moeten - met uitzondering van de ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering - worden geargumenteerd en in gemeenschappelijk overleg worden geprogrammeerd binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de bijzondere omstandigheden.