Art. 8. § 1. Les étudiants régulièrement inscrits, l'année académique 2001-2002, en première année des études organisées, conformément à l'arrêté royal du 15 avril 1965 réglementant, au troisième degré de l'enseignement technique supérieur, les études conduisant au diplôme des arts du spectacle et techniques de diffusion sont réputés posséder l'aptitude à suivre dans la même Ecole, les études conduisant à l'obtention du grade de candidat en arts du spectacle et techniques de diffusion et de communication.
Art. 8. § 1. De voor het academiejaar 2001-2002 regelmatig ingeschreven studenten, in het eerste jaar van de studies georganiseerd, overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 april 1965 tot regeling, in de derde graad van het hoger technisch onderwijs, van de studiën ter verkrijging van het diploma voor cultuurspreidingstechnieken, worden geacht de bekwaamheid te bezitten in dezelfde School de studies te volgen die tot het bekomen van de graad van kandidaat in de vertoningskunsten en verspreidings- en communicatietechnieken leiden.