Par dérogation, dans les cas où il s'avère impossible que les deux moyens d'identification portent le même code d'identification unique, l'autorité compétente peut, sous son contrôle, permettre que le deuxième moyen d'identification porte un code différent à la condition que la traçabilité soit pleinement garantie et que l'identification de l'animal, y compris de l'exploitation au sein de laquelle il est né, soit possible.
In afwijking hierop kan de bevoegde autoriteit, in gevallen waar de twee afzonderlijke identificatiemiddelen niet dezelfde unieke identificatiecode kunnen dragen, onder haar toezicht toestaan dat het tweede identificatiemiddel een andere code draagt, mits volledige traceerbaarheid wordt gegarandeerd, het dier individueel kan worden geïdentificeerd en kan worden nagegaan op welk bedrijf het is geboren.