34. reconnaît l'irréversibilité du processus dans le cadre duquel chacun des pays des Balkans occidentaux se rapproche de l'adhésion; en même temps, insiste sur le principe en vertu duquel chaque pays doit être jugé sur ses mérites, et estime que cette approche différenciée devrait tenir compte de l'utilité de l'approche régionale;
34. ziet in dat het toetredingsproces van elk van de landen van de Westelijke Balkan onomkeerbaar is, maar dringt tegelijkertijd aan op het principe dat elk land op zijn eigen merites beoordeeld moet worden en is van mening dat deze gedifferentieerde aanpak moet worden afgewogen tegen de wenselijkheid van een regionale aanpak;