En habilitant le Roi à diminuer le montant du revenu d'intégration du bénéficiaire, compte tenu des ressources perçues par la personne avec laquelle il cohabite, le législateur a entendu plafonner le montant auquel peuvent prétendre, à titre individuel, les différentes catégories de bénéficiaires qu'il a créées.
Door de Koning ertoe te machtigen het bedrag van het leefloon van de rechthebbende te verminderen, rekening houdend met de bestaansmiddelen van de persoon met wie hij samenwoont, heeft de wetgever het bedrag willen begrenzen waarop de verschillende door hem ingevoerde categorieën van rechthebbenden individueel aanspraak kunnen maken.